Klik hier om dit blad af te drukken Blad afdrukken

GIEREN IN DE SPAANSE PYRENEEËN

Gieren in de Spaanse Pyreneeën: de vale gier, de aasgier en de lammergier.

vale gier aasgier lammergier

'In de schaduw staan van een gier brengt geluk', dat weet elke bergbewoner in de Spaanse Pyreneeën. Om dat geluk een handje te helpen zoek je best enkele hoge ruwe rotsen op, de favoriete verblijfplaats voor vale gieren.

In Aragón heb je veel kans om gieren te zien. De vale gier is er meest verspreid en heeft een spanwijdt van ca. 2,50 m, net wat minder wijd dan de tot voor kort met uitsterven bedreigde lammergier die een spanwijdte heeft van ca. 2,80 m. De kleinste onder alle gieren is de aasgier met een spanwijdte van ca. 1,65 m, die een trekvogel is en hier slechts 's zomers te zien is. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, zijn deze gieren geen roofdieren, wel aaseters.

In groepen gieren zijn deze 3 soorten vaak samen te vinden. De vale gier is steeds in het grootste aantal. Je herkent de vale gier onmiddellijk aan zijn korte staart. Ook als totale reinigingsploeg vullen deze 3 soorten gieren elkaar goed aan.

Hoe wordt een kadaver ontdekt?
Hoe gaan ze als team tewerk?

1.- Een kadaver wordt haast onmiddellijk geïdentificeerd door de kraaiachtigen. Hun dansende, aparte vliegbewegingen bij het vinden van een kadaver worden onmiddellijk geobserveerd door de vale gier als sein voor het kadaver. De kraaien eten aanvankelijk niet van het kadaver.

2.- De vale gier doet zich tegoed aan de grootste delen van het kadaver, waaronder de ingewanden. Hij kan hiertoe met zijn lange nek, die vrij van pluimen is, tot diep in het karkas dringen.

3.- De kleinere aasgier wacht zijn beurt geduldig af en is tevreden met de restjes en kan o.a. heel goed het resterend vlees aan de beenderen afschrapen. Nu eten ook de kraaien een beetje mee.

4.- Ten slotte wacht ook de lammergier netjes zijn beurt af en voedt zich bijna uitsluitend met de botten.

DE VALE GIER (Spaans: buitre leonado o buitre comun; latijn: Gyps fulvus). In Aragón is de vale gier één van de bekendste en grootste roofvogels. Men schat dat er in Spanje ruim 24000 exemplaren leven.

vale gieren

Vale gieren hebben opstijgende warme lucht nodig om hun vlieg- en zweefkunsten te demonstreren. Als de eerste vogel de lucht in gaat, klimt ook de rest van het peloton langzaam hoger en hoger, tot de hemel vol stippen is. Hij heeft moeite met het opstijgen na het verorberen van een maaltijd en moet vaak eerst enkele uren rusten in de buurt van het kadaver alvorens te kunnen wegvliegen.

korte staart

De Vale Gier is één van Europa's grootste (roof)vogels. Hij weegt tussen 6 en 10 kg, is 95 tot 110 cm lang en heeft een spanwijdte van 2,6 tot 2,8 m. De vogel heeft een zandbruine kleur met korte poten.

Hij leeft van dode dieren (aaseter). Zijn voorkeur gaat uit naar spierweefsel en de ingewanden. Zijn kop en bek zijn speciaal gevormd om stukken vlees los te rukken. Zijn lange nek zonder pluimen laat hem toe tot diep in het kadaver te reiken. In perioden van slecht weer, die zoekvluchten bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken, kunnen vale gieren dagen lang honger lijden. In dagen van redelijk weer brengt de vale gier grote delen van de dag door in de lucht, zoekend naar voedsel. Ze besteden hier 45 tot 60% van hun tijd aan en kunnen gemakkelijk 7u in de lucht vertoeven. Sinds 2008 mogen gieren in Spanje niet meer zomaar gevoederd worden. Tot die tijd werden dode schapen of varkens zomaar te voederen gelegd, maar sinds die tijd mag dit nog enkel op enkele welbepaalde plaatsen en gecontroleerd door o.a. leden van 'el fondo de los buitres'.

Vale gieren zijn echte meesters in het zweefvliegen, het stijgen en dalen via luchtlagen (thermiek), waarbij ze slechts af en toe een vleugelslag maken. Bij het zweven haalt hij snelheden tot 70 km/u.

vale gier aragon

Ze leven in groepen en zoeken samen hoog rondcirkelend hun gebied af naar voedsel. In tegenstelling tot wat velen denken sporen ze de kadavers niet op via de reuk. Merkwaardig genoeg heeft deze soort helemaal geen reuk, maar wel een uitstekend gezicht en gehoor. Een kadaver wordt opgespoord door de kraaien, waarna de vale gier dit onmiddellijk ziet aan hun abnormale vliegbewegingen. Het is de vale gier die als eerste gier aan het maal peuzelt. De vale gier is niet territoriaal en nesten van meerdere paren worden gewoonlijk bij elkaar aangetroffen in nestgebieden. Dit zijn voornamelijk kliffen en rotsholen op steile rotswanden. In de meeste gevallen is er één ei per keer. De kleine vale gier komt na 45 tot 52 dagen uit het ei wat een ongebruikelijk lange periode is voor gieren. Het jong blijft in het nest voor 4 tot 6 maanden. Ze kunnen tot maximaal 40 jaar oud worden. De vale gier staat bekend als de vriendelijkste en meest sociale van alle gieren. Paren blijven vaak hun hele leven bij elkaar. Het is zelfs mogelijk de dieren tam te maken.
________________________________________

DE LAMMERGIER

lammergier

De Nederlandse benaming 'lammergier' werd overgenomen uit het Duits en is ooit verkeerdelijk gekozen daar men lange tijd heeft gedacht dat deze gier op lammeren joeg. De lammergier (Spaans: quebrantahuesos, Latijn: Gypaetus barbatus) is de enige vogel op aarde die botten eet. In het Spaans wordt deze gier 'de bottenbreker' genoemd omdat hij de botten repetitief vanuit de lucht op rotsen laat kapotvallen tot kleinere afmetingen die hij kan opeten. Door zijn grote snavelopening kan hij botten met een lengte tot 20 cm in één keer inslikken. Hij voedt zich exclusief met het vlees of de ingewanden van dierenaas, alhoewel zijn hoofddieet bestaat uit botten. Botten bevatten naast kalk veel eiwit en het merg is eveneens voedzaam. Zijn uitwerpselen bestaan uit kalkbolletjes.

Met zijn pluimen gebeurt iets raar: van jongsaf zijn ze donker grauw en naarmate de lammergier ouder worden gaan de pluimen verbleken, er verschijnen grijze en veel witte pluimen. Maar we verwachten niet om een witte lammergier te zien. Daar hij dode dieren eet komt hij vol parasieten te zitten. Hiertoe baadt hij zich in klei. De klei die veel ijzeroxyde bevat gaat zijn pluimen oranje kleuren, behalve de kop, die hij nooit onder water steekt. De klei droogt uit en de parasieten geraken er in vast te zitten. Daarna trekt de lammergier deze pluimen in bosjes uit, zich zo bevrijdend van de parasieten.

paar lammergierenEen volwassen lammergier is een grote vogel die een spanwijdte bereikt van 2,8 m en 6 kg weegt. Zijn ogen zijn rood omringd en hij draagt precies een zwart masker tussen ogen en bek. Onder de bek springen enkele pluimpjes uit, te vergelijken met een snor of baard. Zijn vleugels en wigvormige staart zijn antracietgrijs, zijn borst en kop witachtig bruin.

Elk paar leeft in een groot territorium dat nauwgezet in de gaten wordt gehouden en waarin ze hun enorme nesten bouwen. De nesten hebben een diameter van bijna 2 m tot 1 m hoogte. Gewoonlijk hebben ze meerdere nesten, waarvan ze elk jaar wisselend slechts één gebruiken. De nesten worden geïnstalleerd in rotsholen of rotsspleten en bestaan uit takken die langs de binnenkant bekleed worden met wol.

De brons begint in september, 2 maanden voor het leggen van 1 of 2 eieren. De eieren worden door beide echtparen bebroed. Na 58 à 60 dagen wordt het jong geboren, in putje winter in de maand januari. Als 2 eieren werden gelegd zal het sterkste jong het andere jong opeten om in deze harde winterperiode te kunnen overleven. Als alles goed gaat verlaat het jong het nest rond eind juli. De jongen hebben donkere pluimen. Pas na 5 à 6 jaar zijn ze sexueel rijp en gaan ze een eigen territorium afbakenen.

lammergier met bot

aasgier vale gier lammergier
Acheter un appartement en Espagne voor meer silhouetten van plaatselijke roofvogels!

aasgier vale gier lammergier
Immobilier espagne voor meer silhouetten van plaatselijke roofvogels!

aasgier vale gier lammergier
klik voor meer silhouetten van plaatselijke roofvogels!

vale gier voederplaats
Vale gieren en een aas.

kraaiachtigen
Kraai.

aasgier closeupDE AASGIER (Spaans: alimoche; in aragón: boleta; latijn: neophron percnopterus) is de kleinste onder alle gieren. Het is een trekvogel die in gans Aragón te zien is vanaf eind februari tot half september, zowel in de bergen als in de vlakten. Hij overwintert in Noord-Afrika (Marokko, Tunesië). In India en Afrika is de aasgier verstedelijkt en woont in de omgeving van de mens, levend van afval en zelfs van uitwerpselen, waardoor hij er geliefd is. Men schat dat er elk jaar zo’n 5000 à 6000 de route via de engte van Gibraltar nemen en zo'n 4000 steken de Middelandse zee over op andere plaatsen.

Herkenning

aasgier volle vlucht van onderaan

De jongen zijn, ongeveer tot hun 5e levensjaar, grauw van kleur. Volwassen dieren worden herkend als een witte vogel met een gele kop en zwart/grijze buitenkanten en achterkanten van de vleugels. Ook de brede, platte witte staart is een duidelijk herkenningspunt. Ze vliegen gewoonlijk alleen.

Hij kan tot 70 cm lang worden en weegt tussen 1,6 en 2,4 kg. Met uitgestrekte vleugels bereikt hij een spanwijdte van ongeveer 165 cm.

Voedsel / Eierbreker

Door zijn kleine gestalte moet hij het doorgaans stellen met de laatste vleesrestjes van kadavers, nadat vale gieren het meeste vlees hebben verorberd. Na de aasgier komen vaak nog de kraaien en de lammergier. In Aragón voedt hij zich veelal met kadavers van kleine dieren. Hij pakt zelden of nooit zieke of jonge dieren. Hij vult zijn dieet aan met insecten en als de kans zich voordoet is hij verzot op eieren (van pelikanen, flamenco’s, struisvogels ...) . Om harde en grote eieren te breken pakt hij met zijn snavel een steentje op en slaat dit tegen de eieren tot er een opening ontstaat. Op deze wijze krijgt hij zelfs de grote en harde eieren van struisvogels open, wat hij in Afrika doet. Op voederplaatsen waar men enkele struisvogeleieren legt heeft met dit gedrag reeds herhaaldelijk kunnen observeren in Spanje. De eieren, zelfs kippeneieren, blijven onaangeroerd door de vale gieren, maar worden geopend door de aasgier. Hiermee is de aasgier een slimme vogel en één van de zeldzame gevallen in de dierenwereld die voorwerpen gebruikt om iets te openen. De aasgier is ook een courante bezoeker van vuilnisbelten bij dorpen en steden.

aasgier eierbreker

Nesten

Ze maken hun nesten graag op rotsklippen of in rotsholten. De nesten zijn verstevigd met stukken dierenhuid, schaapswol, takken en beenderen. In tegenstelling tot de andere gieren vervoert de aasgier de materialen met zijn snavel en niet met zijn klauwen. Ze leggen 1 of 2 eieren tussen maart en april. Het broeden wordt door beide ouders uitgevoerd en duurt ca. 42 dagen.

aasgier in rotsholte
________________________________________
De (zwaar) beschermde lammergier

Sinds mensenheugenis en tot het begin van de 20e eeuw hield de lammergier alle bergen van het Iberische schiereiland schoon van de laatste aasrestjes. In zeer korte tijd is de lammergier op veel plaatsen uitgestorven en in 1986 telde men enkel nog in de Spaanse Pyreneeën ca. 40 territoriums. De oorzaken van het uitsterven zijn in de eerste plaats menselijk van aard: jacht, hoogspanningskabels, skipistes, bergbeklimmen, parapente, enz. ... . Dankzij een uitgebreide beschermings- en herstelactie van in de eerste plaats natuurliefhebbers, maar nu ook van de regering van Aragón was dit aantal in 2004 reeds gestegen tot 125 territoriums. In juli 2010 heeft men een paar afkomstig uit de Pyreneeën uitgezet in de Picos de Europa. Zo zou de Picos de Europa voor het eerst sinds lang weer lammergieren hebben. In het Acheter un appartement en Espagne en Immobilier espagne en nationale park van Ordesa en Monte Perdido is men reeds ver gevorderd met een programma waarbij de lammergier in gevangenschap wordt geboren en daarna, los van mensen, via een door natuurlijke inprenting geïnduceerd gedrag, wordt losgelaten (zie lammergierfonds). In het park en zijn omgeving bevinden zich een 7-tal productieve eenheden, waarvan men de eieren voor 100% tracht te laten renderen. 2008 werd het topjaar met 28 nieuw uitvliegende jongen, vergelijk 22 in 2007 en 13 in 2006.

 

lammergier breekt botten
Hoe de lammergier botten breekt.

Op zoek naar een lammergier?
De kans om lammergieren te ontmoeten is heel groot in de 'Vallei van Escuaín' (één van de 4 valleien in het natuurpark van Ordesa - zie kaart, kant Bielsa). De vallei van Escuaín is anderzijds een trefpunt voor canyoning en speleologie. Tussen Aïnsa en Bielsa rijdt men naar Tella, van waaruit de afslag genomen wordt naar Revilla. Enkele honderden meter voor het binnenrijden van Revilla is er een informatief paneel over de lammegier, waar ook de wagen kan geparkeerd worden. Van hieruit kan te voet vertrokken worden naar de uitkijkposten (Sp.: miradores de Revilla) waar het gemakkelijk speuren is naar allerhande roofvogels, waaronder de lammergier. Hiertoe dient men ongeveer een halfuurtje heen en nogmaals terug te stappen. Voorzien van een verrekijker is de lammergier, meestal meevliegend tussen groepen vale gieren, hier vaak te observeren. Omdat men de gieren hier ook af en toe gecontroleerd bijvoederd, is de populatie van deze territoriale soort hier groter dan normaal. Een begeleid bezoek met veel uitleg over de lammergier en de omgeving en tevens met radio-ontvanger (om de uitgezette lammergieren van de laatste 4 jaar voorzien van een zendertje op te sporen) kan aangevraagd worden in het ecomuseum van Aïnsa (in het kasteel: tel.: +34 974 500597).

lammergier closeup

lammergier jong en nest
Lammergier: jong in het enorme nest

lammergier met carcas